Dit is de blog van Bruno Segers: onrustige geest die door studie van recht en filosofie en de beoefening van Zen-meditatie het leven iets gemakkelijker probeert te maken voor zichzelf en anderen. Part-time epicurist, haat lawaai en duisternis. Blij dat hij zichzelf niet gemaakt heeft, want dan was het wellicht nog erger.
6 april 2021
De naam van deze blog is ‘Wanderer’. Maar waar komt die naam vandaan?
Luisteren naar muziek heeft een belangrijke rol gespeeld tijdens mijn adolescentie, en misschien vooral sommige opera’s, zoals Wagners cyclus Der Ring des Nibelungen en Faust van Gounod.
Wagner zelf beschouwde zijn Ring der Nibelungen niet als opera, maar als muziekdrama. In de Ring voelde ik mij verwant, niet met de held Siegfried, maar met de oppergod Wotan, die doorheen de hele cyclus zijn einde tegemoet gaat. Inhet eerste van de uit vier muziekdrama’s bestaande cyclus speelt Wotan nog een hoofdrol, om in de volgende werken naar de achtergrond te verschuiven, zozeer zelfs dat hij in het laatste deel, dat niet voor niets Götterdämmerung (Godendeemstering) heet, zelfs niet meer op het toneel verschijnt. Naargelang hij aan macht inboet, komt hij niet meer voor als oppergod, maar als ‘Wanderer’, zwerver, wandelaar. En omdat een zekere somberheid deel uitmaakt van het parcours van sommige adolescenten, kwam ik onder de indruk van wat ik als de pessimistische sfeer van de Ring ervaarde en identificeerde ik mij met ‘Wanderer’.
De esthetische visie die Wagner getoonzet heeft, stemt grotendeels overeen met het filosofisch hoofdwerk van Artur Schopenhauer Die Welt als Wille und Vorstellung (De wereld als wil en voorstelling). Daarin kan - zeer kort samengevat - de ‘genezing’ van de pijn van het leven bereikt worden door een verzaken aan de ‘levenswil’, die volgens hem de bron is van alle lijden. Interessant is dat Schopenhauer belangstelling had voor het denken uit het Verre Oosten, met name de teksten uit het Hindoeïsme en het boeddhisme die stilaan het Westen bereikten.
Met deze voorbereiding via Schopenhauer en Wagner werd mijn pessimistisch aanvoelen versterkt. Het lezen van Albert Camus heeft ook zijn invloed gehad, maar vermits die voor zover mij bekend geen opera geschreven heeft komt hij hier niet verder aan bod. Met dat al had ik via Wagners opera een sombere en eenzijdige pessimistische levensvisie ontwikkeld, en dat zou steriele levensweg geweest zijn.
Gelukkig kwam de componist Hector Berlioz ter hulp. In diezelfde periode ging ik met mijn tante kunstschilder Maria Segers (1), die picturaal en muzikaal ook een belangrijke invloed op mij gehad heeft, in de Vlaamse Opera luisteren naar La Damnation de Faust van Hector Berlioz. Berlioz zelf noemde dat werk ook geen opera, maar ‘légende dramatique’, muziekdrama.
Het hoofdpersonage Faust is een gekwelde kamergeleerde die op het einde van zijn leven beseft dat hij door zijn studie zijn jeugd ongemerkt heeft laten voorbijgaan en daar spijt van heeft. Zijn poging tot een inhaalmaneuver loopt echter slecht af. Toen besefte ik dat ook mijn tijd kostbaar was, en mijn pessimistische visie geen reden was om niet van het leven te genieten. Wat ik tot nu toe gedaan heb via cultuur, sensualiteit en reizen.
Dit had tot een egotripperij kunnen leiden, maar gelukkig kwam nog een andere componist ter hulp. Wel was hij geen operaschrijver, maar misschien wel de grootste componist aller tijden: Johan Sebastian Bach. Zijn Mattheuspassion voegt aan het leven het beste toe wat het christendom te brengen heeft: openheid op het Mysterie en Mededogen. Die klinken ook in zijn andere en niet expliciet religieuze werken door. In zijn religieuze werken zijn de teksten misschien wat tijdsgebonden, maar in de muziek die hij componeert valt de tijdsdimensie weg.
Maar toch blijf ik nog steeds iets van de ‘Wanderer’ ervaren, en dit werd dus de naam van mijn blog.
Toen we enkele jaren geleden de prachtige art-deco Public Library in Brooklyn (NY) bezochten was ik blij verrast in de ontvangsthal de volgende tekst ik grote letters te lezen: ‘Having abandonned the flimsy fantasy of certainty, I decided to wander’ (2).
Ik besef dat ik nog altijd de ‘Wanderer’ ben, maar na al die jaren zonder hoofdletter: een gewone wandelaar.
1. Zie: Frans Baudouin, Maria Segers, Tielt, Lannoo, 1984 en Leen De Jong, Schenkingen aan het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen 1818-2018, Tielt, Lannoo, 2020, p. 420-424.
2. Kameelah Janan Rasheed (geb. 1985), Amerikaanse schrijfster.